Criteria

Professionele betrokkenheid: Je zet digitale technologieën in voor communicatie, professionele samenwerking en professionele ontwikkeling.

Digitale leermaterialen: Je selecteert, maakt/wijzigt, beheert, beschermt en deelt digitale leermaterialen.
 
Leren en doceren:
Je beheert en regisseert de inzet van digitale technologieën voor instructie, begeleiding, samenwerkend leren en zelfregulerend leren.
 
Assessment: Je zet digitale technologieën in voor het versterken van assessment strategieën, het analyseren van gedrag, prestaties en voortgang, en het geven van feedback.
 
Empowerment van lerenden: Je zet digitale technologieën in ten behoeve van toegankelijkheid en inclusiviteit, differentiatie en personalisatie, en actieve betrokkenheid van lerenden.
 
Digitale geletterdheid van lerenden: Je stelt lerenden in staat digitale technologieën op creatieve en verantwoorde wijze in te zetten voor informatie, communicatie, content creatie, welzijn en probleemoplossing. 

3. Leren en doceren

Blended learning, personalized learning, digital learning, 21st-century learning of next generation classrooms,  geef het beestje een naam. Uiteindelijk inspireert het elkaar, is het verschillend maar toch ook weer niet. Ik heb de afgelopen drie jaren veel gelezen en ook podcasts geluisterd over bovenstaande onderwijsvormen. Uiteindelijk komt het er voor allemaal neer op: wat past bij jouw stijl als docent? Wat past bij de onderwijsvorm van CB? H oe kan je vernieuwend blijven en studenten blijven uitdagen op nieuwe manieren, zonder daarbij een constante honger naar vernieuwing te etaleren. Voor ogen blijven houden dat het maatwerk is en dat het mijns inziens moet voelen als een persoonlijke ervaring die bijdraagt aan het leren. Ook Tucker, Wycoff & Green (2017) benadrukken het belang van een persoonlijke ervaring en ook zeggenschap over beslissingen in de leerervaring wordt benadrukt als belangrijk. Daarbij komt ook connectiviteit: de kans om samen te werken en de interactie aan te gaan met peers en experts. Creativiteit wordt ook genoemd als belangrijk onderdeel. De student moet de individuele kans krijgen op een persoonlijke ervaring waarbij eigenschappen de kans krijgen om te floreren. Dit past erg bij hoe ik kijk naar blended learning. Hiermee ben ik aan de slag gegaan. Natuurlijk heeft deze onderwijsvorm door de pandemie een enorme vlucht genomen. Oude tools herleefden, nieuwe tools werden ontwikkeld en zelfredzaamheid werd afgedwongen. Het is geen populaire mening, maar ik denk dat de pandemie ons ook veel goeds heeft gebracht. Ik moest ik rap tempo up to speed  komen met deze vorm. Sterker nog, in 'normale' tijden zou het andersom geweest zijn. Dan had ik waarschijnlijk deze tools pas later ingezet en vanuit een andere intentie en eerste mijzelf wegwijs gemaakt in fysiek en offline onderwijs, met uitstapjes naar digitale/online didactiek. Ik kan dus wel met zekerheid zeggen dat mijn digitale didactiek een enorme boost kreeg en ik hierna in de offline lessen makkelijker wist wat ik kon inzetten en wat ik vooral achter me wilde laten.

In mijn lessen gebruik ik een diversiteit aan digitale tools om het leren ven studenten te bevorderen en te triggeren.​ Zelf heb ik hier de afgelopen drie jaren mee gespeeld en uitgeprobeerd. Van Mural tot Kahoot en inmiddels weet ik goed wat er past bij mijn stijl en visie op het onderwijs. In Marketing 2 hadden we voor de eerste vijf weken een Kahoot die we in het atelier deden. Deze was gelinkt aan de colleges die we gaven, maar ook aan de Google courses die de studenten konden doorlopen. Zelf had ik hier wel wat kritiek op, want Google werd wel een beetje een heilige graal in onze module. We zijn natuurlijk niet per se een uithangbord voor Google. Daarnaast zaten er af en toe ook foutjes in de Kahoot. Antwoorden die als onjuist waren aangemerkt, waren eigenlijk wel juist. De context ontbrak er ook een beetje bij. Ik paste daarom de Kahoot vaak nog zelf aan of vernieuwde deze. Echter, als je dit 3 a 4 keer hebt gedaan, is de rek er wel wat uit. Studenten waren er ook niet echt enthousiast meer over. Dan vind ik dat je flexibel moet zijn en andere dingen moet proberen.

Naast Kahoot heb ik veel gewerkt met Padlet, Wheel of Fortune, Mentimeter, Mural en ChatGPT.  Deze laatste kan je als docent niet meer omheen. Je dient de tool te snappen om te weten hoe je ermee om moet gaan en wat de studenten ermee doen. Het is inmiddels niet meer weg te denken. Soms tot grote frustratie, omdat studenten eindeloze lappen tekst inleveren waar geen eigen creativiteit of input meer aan te pas is gekomen. Echter, je kan ook geweldige dingen met de tool. Ik heb zoals je eerder kon lezen in de leeruitkomst uitvoeren, de studenten actief aan het werk gezet met ChatGPT in de workshop SEO & Creatief schrijven. In deze les is het een groot thema. Zowel in gespreksvoering rondom stellingen als het vormen van eigen persoonlijke meningen. Daarnaast gingen ze hun eigen tekst herschrijven met o.a. door ChatGPT gegenereerde zoekwoorden. Of juist door ChatGPT te vragen te tekst unieker te maken. Dit was een leerzaam proces, voor zowel de studenten als mijzelf. Leren hoe de tool jou kan versterken, i.p.v. klakkeloos de tool het werk laten doen dat vervolgens kwaliteit en context mist.





















De Mentimeter is soms een handige tool om voorkennis te activeren en kennis op te halen rondom gevoelige onderwerpen. In het laatste geval heb ik toch gemerkt dat het 'live' gesprek aangaan meer waarde heeft. Studenten luisteren naar elkaar en geven on the spot  een reactie op elkaar waardoor je weer meer de diepte ingaat. Ik merkte gaandeweg, ook door het observeren van andere collega's, dat ik veelvuldig gebruik van Mentimeter of het gebruiken van de tool zonder duidelijk doel anders dan "ja, is toch leuk?" een beetje een teken begon te vinden van zwak docentschap. Studenten maken er ook vaak een grapje van. De laatste keer dat ik met een collega een Atelier XL deed en hij graag meerdere Mentimeters wilde, voerden studenten antwoorden is als "I need coffee" of "Je moeder". Dat is genant en je moet dan op dat moment een beetje 'je reet redden'.  Zelf zet ik het dus alleen nog maar in als het een echt doel heeft en het iets toevoegt aan de les of het college. Meestal als stelling voor een check-in of op een bepaald onderwerp, zoals hieronder binnen een onderwerp productiviteit op de werkvloer. Soms gebruik ik het ook als een gespreksstarter in kleinere/atelier settings. Dan ga ik op basis van de antwoorden in gesprek. Door het anoniem te maken heb je de kans dat studenten wat eerlijker durven te zijn en kan je er daarna voorzichtig op inspelen door het als een centraal gespreksthema te bespreken.



















Padlet gebruik ik altijd in de eerste les van een nieuw semester/module als ik een nieuwe groep heb. Je kan hier bijvoorbeeld een map maken waarin iedereen een pin kan zetten op de kaart van de locatie/land waar ze vandaan komen. Zo heb ik een leuke en speelse ingang om wat meer vragen te stellen over waar de studenten vandaan komen. Ook laat ik ze soms een persona van zichzelf maken als allereerste check in, dan bespreken we deze vervolgens gezamenlijk. Dit ben ik begonnen toen ik in corona-tijd online les gaf, maar daarna heb ik het soms ook nog fysiek gedaan. Al merk ik wel dat online lessen zich hier nog beter voor lenen. Dit combineer ik vaak met Associatie-kaarten. Die leg ik dan op tafel en de studenten kiezen er daar één van uit dat iets vertelt over henzelf en hun achtergrond. Dus de combinatie van een offline activiteit en een online tool maakt het speels en interactief.


















De wheel of fortune vind ik altijd een succesnummer. Je komt vaak in situaties waarin een student een rol moet vervullen en zichzelf hier niet meteen voor beschikbaar stelt of als je groepen aan het indelen bent en je hebt daarbij nog een 'founder' nodig om een team te leiden omdat er niet genoeg zijn aangemeld. Ik zet dan alle namen van de studenten in de wheel of fortune en draai aan het rad. Een eerlijke manier om met gelijke kansen iemand uit te kiezen. Zo heb ik nu een student in de groep die op deze manier is aangewezen als een founder en daar nu heel blij mee is. Ze durfde eigenlijk niet, maar leert nu juist enorm veel van die positie. Uiteraard als dit het tegenovergestelde is, zijn er oplossingen te bedenken waardoor je de student tegemoet komt. Soms wil je ook werk uitlichten, bijvoorbeeld de geschreven teksten in de SEO & Creative writing-workshop. Dit doe ik dan ook met de wheel of fortune. Of bij rollenspellen, waar studenten ook niet altijd als eerste naar voren stappen om het uit te proberen.


















Mural  is mijn absolute favoriete tool. Deze gebruik ik met regelmaat. Deze tool zit vol met digitale canvassen die ontzettend fijn zijn om te gebruiken voor de studenten. Het is een fantastische prototype-tool. Bijvoorbeeld voor de customer journey of de persona, die toch na marketing 2 ook nog steeds van belang zijn, zitten en heel fijne canvassen in. Dit heeft de studenten geholpen om een start te maken. Je merkt in het begin dat ze de vorm nog niet hebben gevonden, maar wel met de inhoud bezig willen. Mural helpt de studenten dan op weg om eerst te gaan prototypen in Mural om dit later om te zetten in een eigen ontwerp van bijvoorbeeld een customer journey-map. Tijdens online lessen vond ik het ook erg fijn dat de studenten hun scherm konden delen en mij en de rest van de klas mee konden nemen in de tool om te bespreken wat ze tot dan toe hadden gedaan. H ieronder een voorbeeld van een voormalig groepje van mij binnen Marketing 2.



















Bibliogafie

Tucker, Wycoff & Green (2017). Blended Learning in Action: A Practical Guide Toward Sustainable change. Corwin, a Sage Company.